Van 2022 tot 2025 onderzochten we in het proefproject “bewarend inzamelen” hoe goede elektrotoestellen die op een recyclagepark worden afgedankt, toch een kans op een tweede leven kunnen krijgen. Met partners Recupel en Interafval voerden we pilots uit op 21 recyclageparken in Vlaanderen, in samenwerking met 7 afvalintercommunales en 7 kringloopcentra.
Deze proefprojecten kwamen tot stand in de projecten Repair zkt Hub, Herstel Eerst en Repair Locale, en waren mogelijk dankzij de steun van Departement Werk en Sociale Economie, de Vlaamse overheid (Circulair Werkt) en het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen. Deze pagina toont de resultaten en inzichten uit het proces. Meer cases en informatie over het Living Lab Herstel vind je op deze pagina.
Het doel van de proefprojecten was om een nieuwe inzamelingsmethode te ontwikkelen voor herbruikbaar klein elektro. Met die methode wilden we vermijden dat goede toestellen die op de recyclageparken worden afgedankt, rechtstreeks in de afvalstroom belanden.
© Recupel
In samenwerking met partners werden op 21 recyclageparken in Vlaanderen proefprojecten opgezet. Door de methode in verschillende lokale contexten te ontwikkelen, wilden we zicht krijgen op de diversiteit aan slaag- en faalfactoren, en konden partners leren van elkaars aanpak. De pilots werden lokaal opgezet als samenwerking tussen volgende partners:
Deelnemende recyclageparken en lokale samenwerkingen in de pilots bewarend inzamelen.
Bezoekers die op de recyclageparken een apparaat kwamen afdanken dat niet kapot was of nog in goede staat, konden het zorgzaam deponeren in ‘bewarende’ rolkooien in plaats van het weg te gooien in de grote boxen bestemd voor elektr(on)isch afval. De kringloopwinkel haalde vervolgens de rolkooien met ingezamelde toestellen op.
In de herstelateliers keken doelgroepmedewerkers de toestellen na. Ze voerden reparaties uit waar nodig en maakten de apparaten klaar voor transport. Ten slotte werden de gereviseerde toestellen in de winkel aangeboden, waar ze met garantie werden verkocht aan een nieuwe eigenaar.
Bij opstart van een proefproject op een nieuw park, scoorde de nieuwe methode steeds erg goed: zo’n 40% van de “bewarend ingezamelde” toestellen belandde na ophaling en nazicht ook in de kringloopwinkels, waar ze een nieuwe eigenaar vonden. Na verloop van tijd zwakte dit percentage op zowat alle parken echter af naar zo’n 13%, waar het stabiliseerde. Om deze inzamelingsmethode echt efficiënt te maken, zou er echter een stabiel hergebruik van minimaal 30% moeten behaald worden.
We ontwikkelden doorheen de proefprojecten inzicht in verschillende factoren die een rol spelen in het succes van de inzameling en verwerking, onder meer:
Om de uitdagingen aan te pakken, hebben we in de projecten verschillende acties ondernomen:
De ondernomen acties hadden echter geen merkbaar effect op de cijfers: noch op de hoeveelheid ingezamelde toestellen na de acties, noch op de kwaliteit van inzameling en de doorstroom van de ingezamelde toestellen naar de winkels.
Het organiseren van elektro-hergebruik op een recyclagepark bleek complex. We vonden doorheen het project geen gepaste antwoorden op de uitdagingen die zich stelden. “Bewarend inzamelen” creëert vandaag bijgevolg geen efficiënt instroomkanaal voor hergebruik: in plaats van een stabiel hergebruikpercentage van 30%, konden we tijdens de pilots slechts zo’n 13% realiseren. Kringloopcentra ervaren het echter wel als een nuttige extra instroom voor hun hergebruikactiviteit, indien de ophaling met minimale inspanning kan gerealiseerd worden.
Met de betrokken partijen besloten we daarom om de proefprojecten terug te schalen en geen nieuwe pilots meer op te starten. Er is meer zicht nodig op de succesfactoren om deze methode in de toekomst verder te ontwikkelen.
Wil je meer weten over deze case? Of wil je er zelf mee aan de slag?