Strategie voor meer elektro-herstel in Vlaanderen

© Yves Coussement

Herstel Eerst

Het Living Lab ‘Herstel Eerst‘ onderzocht hoe we de circulaire economie in Vlaanderen kunnen versterken door kapotte elektr(on)ische apparaten eerst te repareren en te hergebruiken, in plaats van ze onmiddellijk te recycleren. Deze pagina toont een overzicht van de resultaten en ervaringen uit het project, en tekent een roadmap uit om elektroherstel in Vlaanderen verder uit te bouwen.

Leading partners: Repair&Share, Herw!n en Maakbaar Leuven

Met de steun van: Agentschap Innoveren & Ondernemen

Looptijd project: 2023 – 2025

Partnerschap: Het partnerschap van Herstel Eerst bestaat uit spelers over de hele elektro-waardeketen

Deze pagina is in opbouw

Het Living Lab Herstel Eerst loopt af in augustus 2025. Tot die tijd is deze pagina een levend overzicht, dat regelmatig zal bijgewerkt en aangevuld worden. Hieronder vind je de huidige status van de verschillende onderdelen terug. 

Strategische lijnen roadmap herstel
Status: afgerond 100%
Beleidsaanbevelingen
Status: goedkeuring door partners 80%
Resultaten uit het project
Status: topics te bepalen 10%

Roadmap herstel 2030

Om in Vlaanderen verder te bouwen aan een sterk landschap voor het repareren van klein elektro, tekenen de projectpartners van Herstel Eerst vijf strategische lijnen uit voor de toekomst:

Ontdek hieronder hoe deze lijnen in het Living Lab zijn uitgezet, en lees meer over onze visie om ze in de toekomst verder te zetten. Of ga meteen naar

Prioriteer het hergebruik van goede producten en grondstoffen.

Inleiding: Ladder van Lansink

Beleidsaanbevelingen

Heel wat gloednieuwe, onverkochte elektronica worden vernietigd door te grote voorraden, retourzendingen, veroudering of cosmetische onvolmaaktheden, in plaats van dat ze worden doorverkocht of gedoneerd. Veel van deze goederen zijn echter perfect functioneel en kunnen worden hergebruikt. Ook gaat de hele ecologische voetafdruk van deze apparaten, inclusief de kostbare grondstoffen die ze bevatten, verloren. Bovendien missen we door het vernietigen van deze goederen een kans voor de groeiende hergebruiksector. Bedrijven zullen wel verplicht worden om te rapporteren over de elektr(on)ische toestellen die ze vernietigen, maar ze mogen deze wel nog steeds vernietigen. Dit willen we vermijden. Lees meer over de impact van vernietiging van onverkochte goederen, lees meer hier en hier over de voortgang in EU-wetgeving (elektro is momenteel niet opgenomen op de lijst).

Jaarlijks komt er zo’n 150 kiloton aan nieuwe elektr(on)ische toestellen op de Belgische markt. Er zijn geen cijfers beschikbaar over de hoeveelheden onverkocht elektro die vandaag niet verkocht geraken en integraal naar recyclage gaan. Stel dat dit 1% zou bedragen van de hoeveelheid toestellen die op de markt komt1, dat is in Vlaanderen jaarlijks grofweg zo’n 750 ton elektro.

Ruw geschat zitten er in 1% van deze apparaten zo’n 800 wasmachines en 2.000 stofzuigers per jaar, 3.500 laptops en nog eens een 2.000-tal televisies. De vernietiging van alleen al deze 4 productgroepen opgeteld, genereert op één jaar tijd een impact van zo’n 1.500 ton CO2 nodig voor productie en transport van deze apparaten. Die CO2-uitstoot wordt uitgespaard uit als deze toestellen niet vernietigd worden maar een tweede leven krijgen, bijvoorbeeld in de kringloopwinkels.

_

1 CE-monitor, ratio OOM/POM België, 2022
2 Aandeel van toestellen in de recyclagestroom: naar een studie van Material Focus UK, 2020
3 Simulatie CO2-besparing o.b.v. impactcijfers VITO

Beleidsniveau: Europees / Federaal

Het merendeel van de projectpartners onderschrijft deze aanbeveling, met onthouding van: B/S/H/.
Andere partijen die deze aanbeveling onderschrijven: 

Voor de opvolging van de Europese recyclagedoelstelling bestaat een ratio OOM/POM (het volume toestellen dat wordt ingezameld versus het volume toestellen dat op de markt komt). We pleiten voor een vergelijkbare duidelijke indicator voor de hergebruikdoelstelling, die de verhouding weergeeft tussen het volume toestellen dat naar hergebruik gaat versus het volume dat wordt ingezameld. We pleiten er ook voor dat deze parameter publiek raadpleegbaar is, bv. in de CE-monitor.

Beleidsniveau: Interregionaal / Vlaams

Alle projectpartners onderschrijven deze aanbeveling. 
Andere partijen die deze aanbeveling onderschrijven: 

In België streeft Recupel in Brussel en Vlaanderen momenteel naar 50% meer hergebruik ten opzichte van resp. 2017 en het gemiddelde uit 2017-2019. In de praktijk komt dit overeen met de hergebruiksdoelstelling die momenteel in Frankrijk en België gelden, dit is ongeveer 3% van de ingezamelde AEEA. Dit zou ambitieuzer kunnen, waardoor we meer producten naar hergebruik kunnen laten gaan. 

We pleiten ervoor dat deze verplichting voor alle EU-lidstaten geldt.

Beleidsniveau: Europees

Het merendeel van de projectpartners onderschrijft deze aanbeveling, met onthouding van: B/S/H/, Recupel.
Andere partijen die deze aanbeveling onderschrijven: 

Hergebruikcentra zouden meer kwaliteitsvollere elektro kunnen krijgen voor herstel en hergebruik mochten de verschillende inzamelaars (detailhandelaars, FOS/ROS, recyclageparken) daar ook meer voor gestimuleerd worden. Vandaag moeten hergebruikcentra rekenen op de goodwill van de detailhandelaars, retailers, producenten, recyclageparken, etc. om voldoende en kwaliteitsvolle elektro te krijgen. Een (financiële) incentive om elektro zowel kwalitatief als kwantitatief goed in te zamelen voor hergebruikcentra zou dit kunnen veranderen.

Recupel test binnen het project al de mogelijkheden uit van een digitale tool om de selectie voor hergebruik door deze spelers te verhogen en kwalitatiever te maken.

Beleidsniveau: UPV / interregionaal

Het merendeel van de projectpartners onderschrijft deze aanbeveling, met onthouding van: B/S/H/, Recupel.
Andere partijen die deze aanbeveling onderschrijven: 

Bij het vernietigen van elektrische toestellen en wisselstukken behouden ondernemingen het recht op aftrek van BTW die is betaald om het toestel te verwerven of produceren. Bij het wegschenken van deze componenten en producten aan ondernemingen uit de sociale economie geldt dit recht niet. Daardoor geven ondernemingen er momenteel de voorkeur aan goederen te vernietigen in plaats van ze een tweede leven te geven in de sociale tweedehandssector.  Het recht op behoud van BTW-aftrek geldt wel al voor het schenken van levensnoodzakelijke en/of producten met beperkte houdbaarheid aan caritatieve instellingen (bv. kledij en keukengerei). Door de schenking wordt er vermeden dat bv. goede voedingsmiddelen worden weggegooid en verder worden afgebroken tot een laagwaardigere grondstof (lees meer).
Op lange termijn
Het moet mogelijk worden om waardevolle spullen te schenken. Laat daarom ook circulaire criteria zoals het vermijden van vernietiging van waardevolle producten en materialen meespelen in de beslissing over wat al dan niet geschonken moet kunnen worden. 
Op korte termijn
Creëer rechtszekerheid over de fiscale gevolgen van een schenking (vb. via ruling).

We ervaren in het partnerschap van Herstel Eerst vandaag dat het risico om BTW te moeten afdragen op schenkingen, voor reguliere bedrijven een drempel vormt om een donatie aan de sociale economie te doen. Dit gaat zowel om producten (bv. retourgoederen die binnen de bedenktijd van 14 dagen teruggestuurd worden) als om componenten (bv. periodieke uitruiming van ongebruikte stocks). Producten die in zo’n goede staat verkeren kunnen met weinig kosten en moeite een nieuwe eigenaar vinden in de kringloopwinkel. En werken met gedoneerde onderdelen verlaagt de herstelkosten voor kringloopcentra om een tweedehands toestel opnieuw in orde te zetten. Bovendien sparen ze met gerecupereerde onderdelen grondstoffen en energie uit die anders nodig zijn voor de productie van nieuwe onderdelen.

Beleidsniveau: Federaal

Alle projectpartners onderschrijven deze aanbeveling. 
Andere partijen die deze aanbeveling onderschrijven: 

Resultaten uit het project

Stimuleer de herstel-reflex bij burgers.

Inleiding

Beleidsaanbevelingen

Eén van de belangrijkste hindernissen waarom consumenten niet voor herstel kiezen, is het te geringe prijsverschil tussen nieuwkoop en reparatie. Uit een bevraging die Repair&Share in 2024 bij 1.000 Belgen liet uitvoeren, blijkt dat mensen bereid zijn om ongeveer 33% van de nieuwkoopprijs te betalen voor een herstelling. Vooral bij goedkope producten zoals kleding of kleine huishoudtoestellen is het voor herstellers moeilijk of onmogelijk om herstellingen of zelfs diagnoses voor deze prijs te kunnen uitvoeren. Het invoeren van een Repair Fonds is een doeltreffende maatregel om deze uitdaging aan te pakken. Door de invoering van een herstelfonds, krijgt de consument een korting op zijn herstelling zonder dat de hersteller hier nadeel van ondervindt. Deze maatregel vergroot het prijsverschil tussen herstel en nieuwkoop in het voordeel van herstel
In Frankrijk bestaat sinds 2022 een herstelfonds. Elke consument die naar een gecertificeerde hersteller gaat krijgt er een korting van gemiddeld 20% op de herstelfactuur, betaald door het herstelfonds. Het fonds wordt gefinancierd door de Franse eco-bijdrage, vergelijkbaar met de Recupelbijdrage in België. De eco-bijdrage wordt hier niet berekend op basis van het productgewicht (zoals voor recyclage), maar op basis van het aantal verkochte producten plus de herstelkosten per product en per type defect.
Uit een voorafgaande studie die in Frankrijk uitgevoerd werd naar de impact van het herstelfonds blijkt dat men in de periode 2022-2027 een algemene toename van 40% meer herstel buiten garantie door professionele herstellers verwacht. Lees meer.

Beleidsniveau: Interregionaal / Federaal / Vlaams / UPV

Het merendeel van de projectpartners onderschrijft deze aanbeveling, met onthouding van: B/S/H/, Recupel.
Andere partijen die deze aanbeveling onderschrijven: 

De herziening van de Europese BTW-richtlijn in 2022 biedt ruimte voor uitbreiding: lidstaten kunnen naast fietsen, schoenen en textiel nu ook een verlaagde BTW toepassen op het herstellen van huishoudapparaten, en dit niet meer enkel voor ‘kleine’ maar voor alle hersteldiensten. Lees meer.

Door het verlaagd BTW-tarief voor herstel ook toe te passen op het herstel van elektr(on)ische toestellen, heeft de hersteller minder kosten, en kan hij/zij een lagere kostprijs vragen aan de consument. We pleiten dat er voor elektro-hersteldiensten het verlaagd BTW-tarief van 6% geldt. 

Beleidsniveau: Federaal

Alle projectpartners onderschrijven deze aanbeveling. 
Andere partijen die deze aanbeveling onderschrijven: 

1. Meer kwaliteitsvolle lessenpakketten

Voorzie middelen om meer kwaliteitsvolle lessenpakketten rond repareren te ontwikkelen zodat het aanbod kan groeien. Er is vandaag bij jongeren te weinig bewustwording van de voordelen en het belang van repareren (voor het klimaat, voor hun portemonnee…).  Schrijf calls en bestekken uit om de ontwikkeling van meer aanbod hierrond te stimuleren. 

Meer info over lessenpakketten rond repareren vind je op KlasCement, op de website van Djapo of het materiaal van Recupel en GoodPlanet (ElektroHelden, Grondstoffenjacht).

2. Meer aanbod aan nascholingen voor leerkrachten

Voorzie ook middelen om meer aanbod aan nascholingen rond repareren voor leerkrachten secundair onderwijs te ontwikkelen. Scholen hebben niet altijd het budget om beroep te doen op extern aanbod, en leerkrachten hebben niet altijd de know-how om zelfstandig workshops rond repareren te begeleiden. Schrijf bestekken uit om de ontwikkeling van meer aanbod te stimuleren, die leerkrachten in staat stellen om zelfstandig workshops rond het thema te geven.

3. Repareren in de eindtermen

Neem repareren op in de eindtermen van het secundair onderwijs (i.h.k.v. domeinen Maatschappij en welzijn, STEM…)

  • Meer bewustwording rond repareren; de notie versterken van het het belang van repareren voor het klimaat, voor de eigen portemonnee; het sociale rechtvaardigheidsprincipe. 
  • Basisvaardigheden repareren aanleren: bv. veilig een stekker vervangen, een fietsband plakken of vervangen, je ketting smeren, een knoop aannaaien.

Jaarlijks voeren we in Vlaanderen zo’n 2,11 miljoen herstellingen aan elektrische en elektronische toestellen uit1. Ongeveer 50% van deze reparaties doen we zelf of vragen we aan vrienden of andere informele relaties2. De andere 50% laten we herstellen via professionele kanalen zoals zelfstandige herstellers, retailers of fabrikanten. Deze professionele diensten repareren binnen en buiten garantie jaarlijks naar schatting zo’n 170.000 wasmachines, 80.000 stofzuigers, 150.000 laptops en 140.000 TV’s3. Alleen al bij deze spelers en voor deze 4 producten levert dat een CO2-besparing op van gemiddeld zo’n 78.000 ton per jaar4. Bovendien creëert de vraag naar professionele diensten alleen al voor deze 4 productgroepen een tewerkstelling van zo’n 400 voltijdse arbeidskrachten5. Door meer bewustwording te creëren rond het belang van repareren voor milieu en maatschappij, willen we de vraag naar herstellingen doen groeien, meer werkgelegenheid creëren voor de herstellers van morgen en zo ook het beroep van hersteller opnieuw toekomstbestendig maken.

_

1 CE-monitor Vlaanderen, cijfers 2023
2
Resultaten uit onderzoek Michelle project 2023
3 Baromètre SAV van Fnac Darty, naar cijfers uit 2018 en 2019
4 Simulatie CO2-besparing o.b.v. impactcijfers VITO
5 Simulatie tewerkstelling o.b.v. reparatiecijfers Vanden Borre

Beleidsniveau: Vlaams

Alle projectpartners onderschrijven deze aanbeveling. 
Andere partijen die deze aanbeveling onderschrijven: 

Resultaten uit het project

Maak repareren rendabel voor herstellers.

Inleiding

Beleidsaanbevelingen

De prijs van wisselstukken speelt al een rol in de berekening van de Franse en Belgische herstelbaarheidsindex, maar is nog niet opgenomen in het ontwerp van de Europese indexen. Door deze factor op Europees niveau te verankeren, zal dit vanwege de schaal meer positieve impact hebben op betaalbare prijzen voor wisselstukken in het algemeen.

In de herstelbaarheidsindex die in Frankrijk en België van toepassing zijn, is de prijs van de onderdelen een criterium dat meegenomen wordt in de berekening van de herstelbaarheidsindex. Producten waarvan de onderdelen duur zijn in vergelijking met de totaalprijs van het toestel, krijgen een minder goede score. Meer lezen.

Beleidsniveau: Europees

Het merendeel van de projectpartners onderschrijft deze aanbeveling, met onthouding van: B/S/H/, Recupel.
Andere partijen die deze aanbeveling onderschrijven: 

Uit onder meer het project Repair zkt Hub blijkt dat de toegang tot betaalbare onderdelen belangrijk is om meer herstel te realiseren. Onderdelen zijn vaak duur of er zijn lange levertijden door logistieke redenen.

De praktijk in Frankrijk toont aan dat door het oogsten en gedecentraliseerd stockeren van deze onderdelen men een logistiek netwerk van geteste tweedehands onderdelen kan uitbouwen. Men kan onderdelen dus sneller en goedkoper ter beschikking van herstellers hebben. Dit geldt vooral voor duurdere onderdelen zoals printplaten, controllers van witgoed, …

Bekijk aanbod van gerecupereerde onderdelen in Frankrijk: bv. WeRepair.

Beleidsniveau: Interregionaal

Het merendeel van de projectpartners onderschrijft deze aanbeveling, met onthouding van: B/S/H/, Recupel.
Andere partijen die deze aanbeveling onderschrijven: 

Door technische schema’s, instructies voor het vervangen van onderdelen,… te publiceren kunnen toestellen makkelijker, sneller en veiliger hersteld worden. Als het product een digitaal product paspoort heeft, pleiten we ervoor dat deze documentatie ook in het digitaal product paspoort moet opgenomen worden toegankelijk voor herstellers.

Indien het product geen digitaal product paspoort heeft, pleiten we ervoor dat deze documentatie gratis online beschikbaar moet zijn. 

Via het Digital Battery Passport moet de eindgebruiker straks toegang hebben tot instructies om een batterij te vervangen en moet een professionele hersteller toegang hebben tot technische gegevens om een batterij te kunnen repareren zoals het technisch schema, een lijst van de onderdelen, informatie over de gebruikte bevestigingstechnieken, demontage- en veiligheidsinstructies. Meer lezen over de mogelijke voordelen.

Beleidsniveau: Europees

Het merendeel van de projectpartners onderschrijft deze aanbeveling, met onthouding van: B/S/H/.
Andere partijen die deze aanbeveling onderschrijven: 

Door onderdelen te standaardiseren worden ze gemakkelijker compatibel. Daardoor kunnen herstellers makkelijker en sneller herstellen: repairhandelingen zijn eenvormiger en onderdelen kunnen in grotere hoeveelheden aangekocht worden. Ook 3D-printen van onderdelen wordt makkelijker.

Dankzij standaardisering werken smartphones, tablets, laptops, gps-toestellen en accessoires die vanaf 2024 in de EU nieuw op de markt komen, bijvoorbeeld al verplicht met een USB-C-laadpoort. Dit vergroot hun compatibiliteit met accessoires als opladers, en met vervangonderdelen. Meer lezen.

Beleidsniveau: Europees

Het merendeel van de projectpartners onderschrijft deze aanbeveling, met onthouding van: B/S/H/, Recupel.
Andere partijen die deze aanbeveling onderschrijven: 

De Europese Ecodesign regelgeving bepaalt normen over de herstelbaarheid van producten, bv. welke onderdelen makkelijk vervangbaar moeten zijn. Deze regelgeving wordt vaak per productgroep uitgewerkt, en nog te weinig over alle productgroepen heen. Stofzuigers, wasmachines, computers en smartphones zijn allemaal aparte productgroepen, met eigen normen die telkens apart onderhandeld worden, hoewel ze gelijkaardige eigenschappen hebben zoals bv. de demonteerbaarheid, en gelijkaardige onderdelen bevatten zoals schermen, camera’s, kabelaansluitingen…. Horizontale normen die algemeen van toepassing zijn op alle productgroepen, kunnen de herstelbaarheid van producten sneller realiseren en kunnen ervoor zorgen dat ook kleinere (problematische) productgroepen, zoals klein huishoudelijk elektro, sneller meegenomen worden in de onderhandelingen.

Een voorbeeld van een horizontale norm is de Sustainable Batteries Regulation, die bepaalt dat tegen 2027 alle batterijen in draagbare toestellen verwijderbaar en vervangbaar moeten zijn door de eindgebruiker. Producten met een batterij die verouderd is of in slechte staat, kunnen met een nieuwe batterij nog een hele tijd mee. Meer lezen.

Beleidsniveau: Europees

Het merendeel van de projectpartners onderschrijft deze aanbeveling, met onthouding van: B/S/H/, Recupel.
Andere partijen die deze aanbeveling onderschrijven: 

Resultaten uit het project

Los het tekort aan arbeidsplaatsen bij maatwerkbedrijven op.

Inleiding

Beleidsaanbevelingen

De ontwikkeling van maatwerkbedrijven – of van collectief maatwerk – wordt kunstmatig beperkt door een ‘contingent’: maatwerkbedrijven kunnen niet meer doelgroepmedewerkers tewerkstellen dan het aantal erkende plaatsen dat Vlaanderen voor het maatwerkbedrijf heeft vastgelegd. Een bovengrens die achterhaald is, want investeren in sociale tewerkstelling brengt op. 14.500 euro per doelgroepmedewerker per jaar om precies te zijn. Nu worden heel wat herstel- en hergebruikprojecten niet gerealiseerd omwille van een tekort aan arbeidsplaatsen. Mocht het contingent losgelaten worden, dan zou herstel en hergebruik, en de circulaire economie in het algemeen een enorme boost krijgen. Concreet:
“Als onze aanwervingslimiet wegvalt, dan verdubbelen we onmiddellijk de schaal van ons hergebruikcentrum en kunnen we dubbel zoveel toestellen herstellen met De Kringloopwinkel Deltagroep. En dan kunnen we ook terug ons fietsatelier voor kringloopfietsen openen. Met deze activiteiten en de mogelijkheid om ook de basiswerking verder uit te bouwen kunnen we binnen het jaar 50 mensen aan het werk zetten.” Bart Vandenbussche, algemeen directeur Deltagroep
“Als het contingent wordt losgelaten dan werf ik Gert Paulussen, directeur van maatwerkbedrijf De Enter 10 nieuwe medewerkers aan voor de realisatie van een elektro-hub, waar onderneming en particulier terecht kan voor herstel en share van elektro en aankoop van tweedehands elektro. We realiseren ook een grotere ophaling van elektro in de regio, waardoor Recupel enkel te ontmantelen en niet-herstelbare elektro zal ontvangen. We verhogen hiermee het hergebruik met 1 kg per inwoner.”

Voor elk apparaat dat een tweede leven krijgt, sparen we kosten en CO2 voor de productie van een nieuw toestel uit. Eén voltijdse hersteller in de sociale economie repareert op één jaar tijd zo’n 1.350 stofzuigers, of 250 wasmachines, 800 laptops of 880 TV’s1, die daarna opnieuw verkocht worden in de kringloopwinkel. Alleen al voor deze 4 producten bespaart één voltijdse hersteller in de sociale economie tussen de 25 en de 80 ton CO2 per jaar2. Ook de maatschappelijke winst is groot: de overheid spaart per jaar gemiddeld zo’n € 3.169,36 uit per bijkomende voltijdse tewerkstelling in de sociale economie3. De maatwerkbedrijven sparen nog eens zo’n € 6.492,08 uit doordat maatwerkers dankzij aangepaste begeleiding en een werkvloer op maat bijkomende omzet creëren, en de maatwerker zelf een totaal van € 4.832,59 doordat deze netto gemiddeld meer overhoudt dankzij de volwaardig betaalde arbeid. Bovendien doen ze daarbij relevante werkervaring op en verwerven ze reparatievaardigheden die hun kansen op de arbeidsmarkt vergroten.

_

1 Schatting o.b.v. gemiddelde cijfers kringloopcentra
2
Simulatie CO2-besparing o.b.v. impactcijfers VITO
3 Kosten-batenanalyse Herwin, 2023

Beleidsniveau: Vlaams

Alle projectpartners onderschrijven deze aanbeveling. 
Andere partijen die deze aanbeveling onderschrijven: 

Minder dan 2 op 10 werkzoekenden zonder werk heeft vandaag een zogeheten ‘korte afstand tot de arbeidsmarkt’. Tegelijkertijd ondervindt de sociale economie – wiens kernopdracht het is om net personen in een kwetsbare arbeidsmarktpositie te werk te stellen, een zeer moeilijke toeleiding van medewerkers. Om deze mismatch aan te pakken vragen we onder meer (niet-exhaustief) een efficiëntere indiceringsprocedure, een meer proactieve screening bij kansengroepen met betrekking tot hun recht op maatwerk, het mandateren van meer OCMW’s en andere VDAB-partners om te indiceren, de uitbreiding van het statuut van uiterst kwetsbaren, het faciliteren van deeltijds werk zonder armoederisico en het versterken en optimaal gebruiken van het bestaande instrumentarium aan tewerkstellingsmaatregelen in plaats van nieuwe bij te creëren.

Beleidsniveau: Vlaams

Alle projectpartners onderschrijven deze aanbeveling. 
Andere partijen die deze aanbeveling onderschrijven: 

Stimuleer de tewerkstelling van herstellers in de reguliere economie.

Inleiding

Resultaten uit het project

Elke stap telt

Elke stap telt Twee lopers, twintig kilometer en één doel: herstel zichtbaar maken via herstelmij.be Op 25 mei nemen Karen en Charlotte deel aan de 20 km door Brussel. Hun motivatie gaat verder dan sportieve uitdaging: ze zamelen geld in voor de Repair Kaart —

Lees verder »

Herstelbaarheidsindex komt eraan

Herstelbaarheidsindex komt eraan Bijna helft Belgen weet niet waar ze kapot toestel kunnen laten herstellen Repair&Share bundelt meer dan 1.200 elektroherstellers en pleit voor herstelfonds Waar laat je een kapotte vaatwasser of wasmachine herstellen? Voor 44% van de Belgen is dat een groot vraagteken. Uit

Lees verder »

Fix Forward: het inspiratie-event voor repair

© iStockphoto Repair&Share nodigt bedrijven en organisaties uit op maandag 23 juni voor Fix Forward. Wil je binnen je bedrijf of organisatie aan de slag met repareren, maar weet je niet hoe? Of zet je al volop in op herstel, en ontmoet je graag andere pioniers?

Lees verder »

Samenvatting beleidsaanbevelingen

Onderschreven door alle projectpartners:

 

Onderschreven door specifieke partijen: