Herstellers maken alles weer goed: Jacob van Herstelbar

Herstellers maken alles weer goed: Jacob van Herstelbar

Jacob D’Hollander werkt al 10 jaar als hersteller bij HerstelBar in Gent en specialiseert zich voornamelijk in het herstellen van witgoed. Daarnaast staat Jacob geregeld paraat als vrijwilliger op Repair Cafés waar hij kleine elektronische apparaten en computers herstelt.

Waarom is herstellen zo belangrijk?

Jacob: De afvalberg van elektronische toestellen is te groot. Het probleem vandaag is dat veel toestellen te goedkoop gemaakt worden en te snel kapot gaan. Er is veel te doen rond recyclage, maar dat zou de allerlaatste optie moeten zijn. We moeten dringend meer inzetten op herstel.

Wat voor problemen zie je binnen de herstelsector?

Jacob: Het design van toestellen is zo geëvolueerd dat herstellen moeilijker is. Herstellen is ook vaak te duur. Alles kan in principe hersteld worden, maar het is niet altijd rendabel. Dat geldt vooral voor de kleinere toestellen, maar ook voor witgoed is het soms moeilijk. Enkel een diagnose opmaken kost vaak al veel tijd en geld. Daar komt nog de hoge prijs van onderdelen en de BTW bij. Fabrikanten hebben vrij spel om de prijs van onderdelen te bepalen en profiteren ervan.

Wat kunnen politici doen?

Jacob: Wat de Europese Unie voorstelt met de Ecodesign-richtlijn is een stap in de goede richting, maar is nog te weinig ambitieus. Europa durft bijvoorbeeld geen dwingende regels op te leggen om het ‘design’ van toestellen te verbeteren. Dat is iets waar fabrikanten sterk voor gelobbyd hebben. De Europese Unie zou ervoor moeten zorgen dat producenten meer moeten betalen voor de recyclage van hun producten, zodat het voor hen aantrekkelijker wordt om op herstelbare toestellen in te zetten.

Wat kan er veranderen in België?

Jacob: We hebben meer lokale hersteldiensten en herstellers nodig. Het is volgens mij een gemiste kans dat het technische onderwijs zo weinig inzet op het opleiden van herstellers. Ook binnen de sociale economie zijn veel mensen die de juiste vaardigheden hebben om als hersteller aan de slag te gaan. Ook daar moet meer in geïnvesteerd worden.

Zoals er energielabels bestaan, moeten er ook labels zijn die de herstelbaarheid van een toestel weergeven. Een repair score zorgt voor meer transparantie bij aankoop en bestaat bijvoorbeeld al in Frankrijk. Het is een stap in de goede richting omdat het fabrikanten kan overtuigen om in de productiefase rekening te houden met herstel. Toch moet er meer gebeuren dan dat.

Wat kunnen fabrikanten doen om herstellen eenvoudiger te maken?

Jacob: Fabrikanten moeten meer inzetten op het produceren van modulaire toestellen. Het voordeel van modulariteit is dat kapotte onderdelen sneller en goedkoper vervangen kunnen worden. Dat zal fabrikanten meer kosten en daar wringt het schoentje, zeker in een concurrentiële context. Er is een ander maatschappelijk en economisch kader nodig. Binnen de circulaire economie bijvoorbeeld, zou dat wel kunnen werken. Die mogelijkheden worden jammer genoeg nog te weinig verkend. 

Binnen de circulaire economie kunnen we niet alleen het modulaire systeem verkennen, maar ook de mogelijkheden bekijken om ownership van toestellen te veranderen. Bijvoorbeeld door te verschuiven naar het huren van toestellen waarbij de producent verantwoordelijk blijft voor onderhoud en herstel. Dat veronderstelt een mentaliteitswijziging, maar dat hoeft geen radicale verandering te zijn.

Wie herstellers zoals Jacob wil ondersteunen, kan ons Recht op Repareren Manifest ondertekenen. Zo geven we politici en fabrikanten een duidelijk signaal dat de herstelsector nood heeft aan systemische veranderingen.

Foto’s: Brecht Van Maele
Meer over HerstelBar in Gent: songlines.be/