Is het goedkoper om aan de andere kant van de wereld een broodrooster te laten maken en die naar hier te transporteren, dan om diezelfde broodrooster hier te laten repareren? Strikt genomen niet altijd. Maar vaak is het prijsverschil tussen een reparatie en een nieuwe aankoop wel zodanig klein dat mensen de voorkeur geven aan een nieuwe aankoop. Zelfs wanneer ze aanvankelijk van plan waren om hun kapotte voorwerp te laten repareren. Prijs is dé belangrijkste reden waarom mensen niet voor reparatie kiezen.

Hoe raakt de prijsbalans uit evenwicht?

Fabrikanten en winkeliers investeerden de voorbije jaren heel sterk in systemen om nieuwe aankopen snel, makkelijk en goedkoop te maken. Tegelijkertijd maakten ze het omslachtig, duur en moeilijk om toestellen te repareren. Daardoor werd het erg moeilijk om van het herstellen kleine en goedkopere elektrische toestellen een leefbare job te maken.
Het gevolg is dat er in België nog amper professionele herstellers zijn waar je terecht kunt om kleine toestellen buiten de wettelijke garantie van 2 jaar te laten repareren. Repair Cafés doen hun best om deze toestellen alsnog te redden, maar ook zij kunnen vaak niet aan de onderdelen of informatie geraken die nodig zijn om de reparaties uit te voeren.
De balans tussen nieuwe aankopen en reparatie is ook uit evenwicht omdat veel producten gemaakt worden in landen waar fabrikanten lage prijzen kunnen betalen voor grondstoffen, milieuverontreiniging, energie en werknemers. Terwijl herstellers ervoor zorgen dat we minder afval hebben en CO2 uitstoten, worden ze daar economisch niet voor beloond.

Hoe brengen we de balans weer in evenwicht?

Repair&Share pleit voor een rechtvaardige klimaat tax shift. We willen dat activiteiten die bijdragen aan klimaat- en milieudoelstellingen -zoals reparatie- minder belastingen en meer steun krijgen. We vragen om subsidies te schrappen en meer belastingen te heffen voor activiteiten die ons grondstoffenverbruik, de CO2-uitstoot en de afvalberg doen groeien. Zo zou het (weer) aanzienlijk goedkoper kunnen worden om iets te laten repareren dan om het nieuw te kopen en wordt hersteller weer een economisch leefbare job.
Bij het uitrollen van deze tax shift is het uiteraard belangrijk om ervoor te zorgen dat financieel kwetsbare mensen toegang blijven hebben tot kwaliteitsvolle producten.
Lees onze beleidsaanbevelingen voor een economisch leefbare herstelsector hier.

Meer cijfers

  • Wanneer de reparatie van een toestel meer dan 30% van de nieuwprijs bedraagt, kiezen mensen er doorgaans voor om hun kapotte product niet meer te laten repareren. Bij duurdere producten gaat dat tot 50% van de nieuwprijs.
  • Er is op dat vlak geen verschil tussen mensen die meer overtuigd zijn van het belang om te repareren en mensen die in het algemeen minder geneigd zijn om kapotte spullen te repareren. We zien wel een verschil tussen mensen met meer of minder financiële middelen. Mensen met meer middelen, kiezen vaker voor nieuwkoop dan mensen met een lager inkomen.
  • In België zijn er zo’n 3.236 professionele herstellers van consumentengoederen. Dat is 0.2% van het totale aantal jobs.

 

Bronnen:  

ADEME: Perceptions et pratiques des Français en matière de réparation des produits”, juli 2014
ADEME: Les Français et la réparation, maart 2020
Scott & Weaver, To Repair or Not to Repair: What is the Motivation?, Journal of Research for Consumers, januari 2014
Eurostat: Computer and personal and household goods repair statistics – NACE Rev. 2, juni 2021
Repair&Share: Eindrapport bevraging reparatiesector van klein huishoudelijk elektro, 2021
SIRE: 100 euro voor helft Nederlanders grens voor repareren in plaats van weggooien, september 2019
VITO: Toestellen herstellen, economische impactanalyse voor de consument, juni 2018

TERUG